Drukker, diverser en dubbelgrijs: de bevolking in 2050
Belangrijkste inzichten
- NIDI en CBS hebben zeven scenario's opgesteld voor de bevolkingsontwikkeling.
- In 2050 zijn er naar verwachting tussen de 17,1 en 21,6 miljoen inwoners. Vooral de vergrijzing en het migratiesaldo zijn bepalend voor de de bevolkingsontwikkeling.
- Dit heeft grote gevolgen voor de regionale arbeidsmarkt en de sociale zekerheid.
- In twee van de zeven scenario's krimpt de potentiele beroepsbevolking (20 jaar tot AOW-leeftijd), en stijgt in alle scenario's sowieso het aantal aantal ouderen fors.
- De huidige (2019) regionale uitgangssituatie qua vergrijzing en migratiesaldo is daarmee bepalend voor de richting van de bevolkingsontwikkeling tot 2050.
- Noord- en Zuid-Holland kennen een relatief laag aandeel ouderen, terwijl ze wel relatief veel jongeren weten aan te trekken en vast te houden.
- Noord- en Zuid-Holland kennen relatief veel migranten, met een zeer diverse mix van nationaliteiten. Elke regio heeft haar eigen migratie-profiel.
- In de eerste zes maanden van 2020 groeide de bevolking minder hard. Deels door oversterfte met de Coronacrisis, maar vooral ook door de afgenomen immigratie.
Vergrijzing
Vergrijzing wordt gedefinieerd als het toenemen van het aandeel ouderen binnen de bevolking. Door vergrijzing neemt de relatieve arbeidsparticipatie af, omdat oudere mensen relatief veel minder vaak beschikbaar zijn voor betaald werk. In onderstaande video licht het CBS het begrip vergrijzing kort toe.
Vergrijzing verschilt sterk van regio tot regio. De grijze druk is een maat die aangeeft hoeveel mensen van 65 en ouder er zijn, afgezet tegen de bevolking tussen 20 en 65. Groot Amsterdam kende in 2019 relatief gezien bijna tweemaal minder ouderen (grijze druk = 21.8) dan Zeeland (= 42.2). Ook een aantal andere regio's in de periferie hebben te maken met een sterke mate van vergrijzing: in Drenthe, de Achterhoek, en Midden- en Zuid-Limburg is de grijze druk overal boven de 40. Naast Groot Amsterdam is de de bevolking ook relatief jong in de arbeidsmarktregio's Flevoland, Haaglanden en Midden-Utrecht.
Uitgesplitst naar provincie zien we een soortgelijk beeld. Alleen de vier Randstadprovincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland kennen minder vergrijzing dan het Nederlands gemiddelde. Alle provincies buiten de Randstad zitten er juist boven.
Voor de arbeidsmarktregio's in Zuid- en Noord-Holland zijn er wel duidelijke verschillen. Noord-Holland Noord en Drechtsteden kennen een bovengemiddelde grijze druk, gecombineerd met een eveneens hoger aandeel jongeren tot 20 jaar (de groene druk). Een hoog aandeel jongeren kan de gevolgen van de vergrijzing helpen opvangen. Rijnmond en Haaglanden staan, samen met Utrecht en Amsterdam, in het rijtje regio's met een (zeer) lage grijze druk. De vier grote steden weten relatief veel jongeren aan te trekken én vast te houden.
Migratiesaldo
Het migratiesaldo wordt gedefinieerd als het aantal immigranten naar een bepaald gebied, binnen een bepaalde periode, verminderd met het aantal emigranten uit datzelfde gebied en periode. Immigranten kunnen komen, of emigranten kunnen gaan, vanwege redenen die vallen onder arbeid, asiel, gezin of studie.
In Nederland is het migratiesaldo sinds 2007 positief; er komen dus meer mensen naar Nederland toe dan er vertrekken. Vanaf 2013 is er sprake van een stijging van het migratiesaldo, van bijna 20.000 toen, tot bijna 110.000 in 2019. Vanaf 2014 is het stijgende migratiesaldo de grootste component binnen de positieve bevolkingsontwikkeling. Ruim de helft van alle immigranten die naar Nederland komen vertrekken binnen zes tot zeven jaar ook weer.
Ook het aantal immigranten en het migratiesaldo verschillen sterk van regio tot regio. De vijf grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Eindhoven en Utrecht kennen in absolute aantallen het hoogste migratiesaldo.* Er zijn meer dan tien regio's met een migratiesaldo van minder dan 1.000. De cijfers van Groningen zijn te verklaren vanuit het aanmeldcentrum voor asielzoekers van de IND, dat daar is gevestigd. In de regel stromen verreweg de meeste asielzoekers binnen enkele weken door naar andere asielzoekerscentra in Nederland.
*Data uit 2018 i.p.v. 2019.
Verder bestaan er tussen regio's ook zeer grote verschillen naar het 'type' migrant (motivatie: arbeid, asiel, gezin, studie) en naar de nationaliteit van de migranten die zich vestigen. Zie beneden een overzicht van de top 10 nationaliteiten van inwoners met een niet-Nederlandse nationaliteit in Nederland. Gebruik de filter om het beeld voor verschillende regio's te zien.
In veel grote steden komen de 'overige Europese' nationaliteiten het vaakst voor. In Amsterdam staan de Aziatische nationaliteiten en de Britten op nummer 2 en 3, terwijl dit in Den Haag en Rotterdam de Turkse en Poolse nationaliteit zijn. In vrijwel alle grensregio's komen de Belgische en Duitse nationaliteit relatief vaak voor. In Eindhoven, waar veel kennismigranten werkzaam zijn in de techniek (arbeid of studie), komen Aziatische nationaliteiten het vaakst voor. Zo kent elke regio haar eigen migratieprofiel.
bevolkingsontwikkeling tot 2050
De door het NIDI en het CBS opgestelde scenario's gaan uit van verschillende combinaties van een hoog/laag kindertal, een hoge/lage levensverwachting en hoog/gemiddeld/laag migratiesaldo. Zie beneden voor de verschillende varianten die zijn doorgerekend.
De perspectieven die NIDI en CBS schetsen zijn nog niet doorgerekend voor alle regio's en provincies, ook omdat de onzekerheidsmarges daar relatief groot zijn. De huidige regionale situatie qua vergrijzing en migratie geeft echter wel een goed beeld van hoe de bevolkingsontwikkeling op de korte en middellange termijn er uit zal zien.
Verder lezen
NIDI & CBS, De bevolking 2050 in beeld - drukker, diverser en dubbelgrijs, (Den Haag, 2020).
CBS dossier migratie: https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/dossier-asiel-migratie-en-integratie
CBS dossier vergrijzing: https://www.cbs.nl/nl-nl/dossier/dossier-vergrijzing